
De clubkampioen van “Buitenlust” Arie Braat(1938) kwam van Aalsmeer naar Helmond om in het zuiden te fietsen. Toen in het prille begin van het wielerseizoen 1956 de naam Braat regelmatig voorkwam in de uitslagen van de wielerwedstrijden in het zuiden, bleek al gauw dat deze naar het zuiden afgezakte Arie Braat een gevaarlijke klant ging worden voor de vele nieuwelingen die hij in de vele ronden ontmoette. Toen Arie Braat zich definitief in Helmond vestigde , en een beetje ingeburgerd raakte, bleven de successen niet uit. Juist voordat hij amateur werd, boekte hij vijf overwinningen achter elkaar in diverse wedstrijden in en rond Helmond. Eén van zijn eerste successen als amateur was het behalen van het clubkampioenschap van ,Buitenlust”, waarin hij bewees niet alleen snel maar ook sterk te zijn. Arie Braat begon in 1954 in Aalsmeer actief de wielersport te beoefenen. Onder impuls van de vele successen die zijn broer Frans als amateur behaalde. Na enkele clubritjes als lid van de wielervereniging “De Bataaf”, begon hij vol goede moed als nieuweling aan het wielerseizoen 1955. Een seizoen dat hem zes overwinningen zou opleveren. Daarbij het clubkampioenschap sprint van zijn toenmalige vereniging “De Bataaf”. Verder won hij (onder het toeziend oog van duizenden Friezen) de “Acht van Bolsward”, de ronde van de Amsterdamse Albert Cuypstraat, in Lieshout, Bos en Lommer in Amsterdam en in Waalwijk. In het kampioenschap van Noord-Holland bezette Arie Braat de eervolle tweede plaats. De titelstrijd werd verreden op de polderwegen in de Wijde Wormer. De Aalsmeerse nieuweling won hier de groepssprint in een wedstrijd die ontsierd werd door het stayeren achter personenwagens en vrachtwagens. In het Nederlands kampioenschap op het autocircuit van Zandvoort wist hij de derde plaats te veroveren. Opnieuw toonde hij zich in de spurt van het peloton de sterkste. Er waren hier maar liefst 339 renners van start gegaan. Behalve deze ereplaatsen veroverde Arie Braat nog zes tweede plaatsen, terwijl hij met vier derde en vier vierde plaatsen het seizoen 1955 afgesloten had. Het wielerseizoen 1956 werd in het zuiden van ons land ingezet met enkele vijfde plaatsen. In Zwanenburg op Bevrijdingsdag werd de eerste overwinning geboekt. Juist voor zijn vertrek naar Helmond won hij bij de nieuwelingen het kampioenschap lange afstand van “De Bataaf”. Met deze zege had hij afscheid genomen van zijn oude vereniging. Zijn broer Frans die tijdens de ronde van Nederland van het jaar daarvoor in Helmond overnachtte, had hier kennis gemaakt met enkele inwoners. Tijdens een bezoek met zijn broer Arie aan een van deze kennissen kwam Arie Braat in contact met de sportieve familie Vereijken uit de Willem Prinzenstraat. Daar deelde Arie Braat in het wielerseizoen het wel en wee van de familie. De tijdelijke pleegouders ondervonden veel plezier van hun pupil: vijf weken achter elkaar bracht hij de overwinningstuilen mee naar Helmond: hij won in Sint-Oedenrode en in de Eindhovense wijk Strijp, was de snelste in de Helmondse wielerronde ten bate van het Kindersanatorium Sint Jozefsheil en sprintte naar de overwinning in het Limburgse Blerick en in de Heerlense “Duivelsrit”. Een eervolle tweede plaats in het kampioenschap van Noord-Brabant in Etten was eveneens een prima prestatie. De meeste wielrenners uit het zuiden hadden al aan de lijve ondervonden wat het betekende, als zij met de rappe finisher aan de meet kwamen. Snelheid was zijn sterkste troef. Maar als het er op aan kwam schuwde hij het zware werk ook niet. Dit bewees Arie Braat in het kampioenschap van “Buitenlust” in 1956. Ondanks de grote concurrentie wist hij op fraaie wijze de clubtitel te veroveren. Hij rekende aan de finish bij het trainingslokaal van Bert van Stiphout af met Hein v. d. Linden, de sterke Piet Smits en de snelle nieuweling Henk Vereijken. Arie Braat die het noorden vaarwel had gezegd om in het zuiden en speciaal in België te kunnen fietsen, had inmiddels al bewezen dat hij ook in de Belgische koersen zijn mannetje stond. In de eerste weken dat hij amateur was wist hij bij onze zuiderburen de zesde, negende en negentiende plaats te veroveren. Zijn eerste podiumplaats bij de amateurs behaalde hij op 15 augustus van dat jaar in Maarheeze. Hier eindigde hij als tweede. Eenzelfde klassering behaalde hij in Boxmeer en later dat seizoen in Veghel. Daar moest hij in het regelmatigheidsklassement om de “Ster van het Zuiden” alleen Ab Geldermans vóór laten gaan. Arie Braat werkte in Eindhoven als koperslager. Hij beschouwde de sport als vrijetijdsbesteding. Daarom was het zo prettig dat Arie Braat bij zijn eerste kampioenschap van “Buitenlust” de titel wist te veroveren. “Wanneer Arie Braat op de ingeslagen weg voortgaat en hopelijk de sporen volgt van zijn broer Frans, de tweevoudige baankampioen van Nederland 1956, kan “Buitenlust” nog veel plezier beleven van zijn clubkampioen 1956,” lazen we in de Helmondse Courant. In 1957 moest hij in Maastricht echter de militaire dienstplicht gaan vervullen. Hij begon het wegseizoen begin april met een overwinning in Aalst, waar broer Frans de derde plaats voor zich op wist te eisen. In de wielerronde van Geldrop moest Arie Braat zich enkele weken later tevreden stellen met een eervolle tweede plaats. Ook hier won hij de pelotonsprint. Op Koninginnedag behaalde hij in de Rotterdamse wijk Feijenoord opnieuw een tweede plaats door de groepssprint te winnen. In het clubkampioenschap van “Buitenlust” moest hij op de laatste zaterdag van juli genoegen nemen met de tweede plaats achter zijn medevluchter Henk Vereijken. De 102 kilometer lange route voerde de deelnemers vanaf het startpunt aan de Keersluis langs Someren naar Nederweert. Langs de Noordervaart ging het richting Meijel, Asten weer terug naar Helmond. In de warme julimaand werd het militaire wegkampioenschap in Woerden verreden. Een vijftiende plaats in de uitslag was het laatste wapenfeit wat we van de “Aalsmeerse Helmonder” mochten optekenen. Een hardnekkige knieblessure en de militaire dienstplicht zorgden ervoor dat hij de actieve wedstrijdsport voortijdig vaarwel moest zeggen. Tegenwoordig woont Arie Braat in het Spaanse Allicante en is regelmatig in de regio, in Geldrop, te vinden. Zijn broer Frans is actief gebleven op de racefiets: hij is de huidige werelduurrecordhouder bij de masters 70+… (Uit: Clubblad Het Verzetje. Tekst: Rien van Horik)