Historie: Wiel Bellemakers

Wiel Bellemakers

Dit portretje betreft iemand, die als renner vanuit de Peel duidelijk iets op gang heeft gebracht, maar ook als begeleider vele verdiensten heeft gehad. Wil Bellemakers werd in Neerkant op 30 augustus 1952 geboren en ging op 14-jarige leeftijd als adspirant bij de N.W.B. zijn eerste wielergeluk beproeven. Na enkele jaren ging hij het bij de K.N.W.U. proberen en hij meldde zich in 1969 aan bij Buitenlust Helmond. Op 13 december 1970 werd hij echter al lid van onze vereniging,omdat hij toen veel meer contacten had met Kempenleden (o.a. de gebroeders Van de Loo uit Weert) dan met Buitenlust-mensen. Wil moet zich hier in onze streek wel goed thuis gevoeld hebben,want hij vertoefde veel in deze contreien. Hier ontmoette hij ook Ans, waarmee hij in 1976 in het huwelijk trad. Zijn wielercarrière zat er toen net op. Naast leuke successen had Wil op het wielerpad ook vele mindere zaken meegemaakt, met name wat valpartijen betreft. Uitgerekend in de Ronde van Valkenswaard 1975 deed een nieuwe val hem besluiten te stoppen. Vele jaren heeft Wil zich daarna nog voor T.W.C. de Kempen ingespannen als begeleider, met veel succes. Vanaf 1974 is Wil werkzaam bij de brouwerijen van Bavaria,eerst als laborant, nu als chef. Na zijn L.T.S.- periode heeft hij zich via avondstudie in die richting gespecialiseerd. Sinds zijn huwelijk k hij woonachtig in Luyksgestel en voelt hij zich al een echte Kempenaar. Zijn mooiste herinnering ligt in de tijd na zijn actieve periode. Hij werd in de gelegenheid gesteld om als assistent-ploegleider diverse grote etappewedstrijden te volgen en zijn eerste Parijs-Nice heeft zo de meeste indruk op hem gemaakt. Vanuit het St.Josephziekenhuis, waar Wil tijdens dit gesprek verbleef voor een herniaoperatie, spreekt hij als zijn verwachting voor de toekomst uit, dat er vele wrijvingen zullen ontstaan door het zijns inziens verkeerde K.N.W.U.-beleid t.a.v. de gastrennersverenigingen. Vroeger werd een coureur van de club weliswaar “ingepalmd” door zo’n ploeg, maar hij bleef wel lid van zijn oorspronkelijke vereniging. Wil is bevreesd, dat nu de rijkste clubs hetzelfde zullen doen, maar dat men dan bovendien de betreffende renner als lid kwijt is. (Uit: Over groen en geel gesproken, jubileumboek TWC de Kempen 1987. Tekst: Harry Jansen)