historie: Wim Dielissen

Wim Dielissen

De deelname van Wim Dielissen aan de Tour de France duurde niet lang. Hij startte maar één keer in de Tour en haalde daarin Parijs niet. In 1951 werd Dielissen prof in de ronde van Nederland die toen begin juni verreden werd. In de Helmondse Courant vertelde hij na afloop van de nationale ronde dat zijn Tourdebuut eraan zat te komen: “Zodadelijk heb ik een gesprek met de ploegleider van de Nederlandse ploeg Kees Pellenaars. De mogelijkheid is groot dat ik woensdag het contract teken voor deze voor mij zo belangrijke etappewedstrijd.” De ploegleider ging eerst op audiëntie bij de werkgever van ‘den Dielis” om hem mee te mogen nemen naar de Tour. Zijn selectie voor de Tour de France was een feit. Dat contract kwam er ook. Samen met zijn streekgenoten Hans Dekkers, Harry Schoenmakers en mecanicien Jac Gramser vertrokken ze naar Roosendaal om van daaruit naar het Franse Metz af te reizen. De net als altijd kalme en stille Dielissen hoopte dat hij niet zoveel pech zou hebben vertelde hij aan de regionale pers. In de tweede etappe van Metz naar Gent liep hij bij een val een rugblessure op, die hem in het verdere verloop van de Ronde parten zou blijven spelen. In die rit verspeelde hij maar liefst 21 minuten op ritwinnaar Bim Diederich. Het eerste wat hij zijn naar Gent afgezakte supporters toeriep was:”Kom ik me daar over zo’n bruine te vallen! Toen kreeg ik er nog ene op mijn rug ook”. Hij duidde daarmee op de valpartij op de Muur van Geraardsbergen, terwijl hij met de “bruinen” de Noord-Afrikaanse renners bedoelde. Ook in de derde rit kwam hij op achterstand binnen. De ontmoeting met Abel Kader Zaaf Het volgende vermakelijke verhaaltje vertelde Wim Dielissen na afloop van die etappe. Zijn verhaal over een onverwachte ontmoeting met de populaire Noord Afrikaanse Tourrenner Zaaf is legendarisch:”Tussen Gent en Le Treport maakte ik mijn grootste inzinking door, doch ondanks dit moest ik ’s avonds toch nog lachen om alles wat ik meegemaakt had. Wat was namelijk het geval! Na 25 kilometer reed ik plat en aangezien de groep niet al te snel ging liet Pellenaars me, na een nieuwe band gelegd te hebben, alleen een jacht inzetten op het peloton. Na een 20-tal kilometers bereikte ik de laatste wagens doch moest hierna nog zo’n 30 kilometer jagen om weer in het peloton te geraken. Ik had nog maar juist aansluiting verkregen of daar had Faanhof pech en ik moest op bevel van Pellenaars wachten. Ik verkortte dit oponthoud echter met het eten van enkele bananen en het vullen van zijn kruik met wijn. Toen ging het er op los, want Pellenaars had nog enkele mensen meer teruggeroepen. Met zijn vieren gingen we toen aan het jagen en de Pel maar roepen: “Sneller sneller” Doch ik, die toch al zwaar draaide, moest het grootste mes gebruiken om te volgen. We hadden nog maar goed en wel aansluiting verkregen of daar reed Peters mij een hooiberg in. Algemeen gelach natuurlijk. Doch ik zou dit duur moeten bekopen, want tijdens de jacht die hierop volgde om het peloton in te lopen, moest ik lossen en ik werd toen door de Pel onder allerlei bedreigingen opgezweept. Zelfs de staart met negen knopen werd me boven het hoofd gehouden, doch dit alles mocht niet baten. Meer dood dan levend zwalkte ik ongeveer 10 kilometer over de weg en verloor hierbij ongeveer 9 minuten. Bij de beklimming echter van een heuvel richtte ik me enigszins op en wat ik toen zag, deed me ’s avonds nog lachen. In een teil langs de weg meende ik een kroesharige hond te zien, doch, toen ik enkele meters genaderd was, kwam me daar die Zaaf uit die teil gekropen en riep tegen me: “Allez Courage, Allez Courage” en sprong tegelijk op zijn fiets, terwijl hij me in zijn brabbeltaaltje van alles vertelde en ik maar ja en amen knikte. Na enkele kilometers ontdekte mijn vriend Zaaf een kroegje, stapte meteen af en kwam toen met een flesje bier terug, wat hij met zijn tanden opende. En het mij toereikte, aangezien hijzelf al onder de kraan aan de tapkast had gehangen. Gezamenlijk legden we de laatste kilometers waarin ik weer goed begon te draaien, af. Ik wist nog iets van mijn achterstand in te lopen, samen met mijn bruine vriend, die plotseling (kwam het door het bad of door het bier?) weer draaide dat het ‘n lust was.” De volgende etappes ging het weer beter en finishte Wim Dielissen steeds in het peloton. In de zevende rit, een tijdrit van 85 kilometer in Angers sloeg het noodlot toch weer toe. Hij kreeg enkele lekke banden, waardoor hij net als elf anderen buiten de tijdslimiet de finish bereikte en de Tour moest verlaten. Opmerkelijk dat de Algerijn Zaaf wel net binnen de tijdslimiet binnen kwam. Het zou de eerste en ook enige Tour van Dielissen blijven. (Uit: Clubblad Het Verzetje – Tourspecial. Tekst: Rien van Horik)