
In deze rubriek is het dit keer Jos van der Horst die in de schijnwerpers staat. Na een succesvolle wielerloopbaan is hij enkele jaren geleden opnieuw op de racefiets gestapt en probeert nu zijn wielerkennis over te brengen op de jongeren binnen onze vereniging. De afgelopen jaren als trainer van de nieuwelingen en volgend jaar als juniorenbegeleider. Reden genoeg om de van oorsprong Erpse renner aan het woord te laten komen in deze aflevering. Bij het doorbladeren van oude “Verzetjes” zag ik dat je op 5 maart 1974 lid bent geworden van “Buitenlust”. Hoe ben je destijds in het wielrennen verzeild geraakt? Dat kwam door de buurjongens Ton en Jos van Gerwe. Dat waren ook wielrenners die bij Buitenlust lid waren. Ze behoorden in hun topjaren tot talentvolle veldrijders. De overwinning als junior in de meerdaagse van Groot-Axel staat nog in het geheugen van menig Buitenlust supporter gegrift. Wat zijn jouw herinneringen aan deze wedstrijd? Het was, zoals het nog steeds is, een meerdaagse voor junioren. Op de eerste dag moest ik s’morgens eerst nog examen doen voor mijn LTS diploma. Van daaruit ging ik rechtstreeks de auto in op weg naar het Zeeuwse Axel. Ik moest nog snel in de auto eten en me omkleden. En daarna moest ik zonder me warm te kunnen rijden de tijdrit fietsen. Geen ideale voorbereiding, maar ik werd toch nog negende. s’Avonds reed ik in de rit in lijn met twee man voorop en won ik de etappe. Op de tweede dag was er de klassieker. Hier maakte ik deel uit van de kopgroep van twintig coureurs en eindigde ik als zevende. Op de derde dag stond er weer een klassieker op het programma. Toen zat ik in een kopgroep met vier renners en werd ik vierde. Wat mij ook is bijgebleven dat wij een goede ploeg hadden met Jos Schepers en Heinz van der Schouw. Het was een ploeg met een uitstekende sfeer. Dat was zeker ook te danken was aan de ploegleiders Jan van Boxmeer en Piet van der Kruijs. Wat is je meest aansprekende internationale ervaring geweest? Ik heb wel verschillende buitenlandse koersen gereden maar geen grote uitslagen behaald. Ik heb wel een tiental kleinere koersen in België en Luxemburg gewonnen. Het team van Jo van Aarle, in de vermaarde zwarte outfit, was de bekende wielerploeg waar je als amateur het langst voor gereden hebt. Hoe ben je eigenlijk bij deze ploeg terecht gekomen? Ik reed als beginnend amateur bij de legendarische Jan van Erp- ploeg. Maar die hield er na jammer genoeg na 20 jaar mee op. Het jaar daarop werd de kern van de Jan van Erp- ploeg, inclusief ploegleider Piet van der Kruijs , overgenomen door Jo van Aarle. Hoe kijk je terug op je loopbaan bij de amateurs en hoeveel jaar heb je in deze categorie gefietst? Ik heb 5 jaar in deze categorie gefietst. Ik heb een leuke tijd gehad, veel mooie koersen in binnen en buitenland gereden maar helaas nooit door kunnen stoten naar de beroepsrenners. Welke generatiegenoten van jou wel? Ik ben van de generatie Erik Breukink, Toine Poels, Jac van der Poel, Marc van Orsouw, Patrick Tolhoek, Jelle Nijdam en Frans Maassen. Een sterke generatie als je weet dat een aantal van deze renners aansprekende resultaten hebben behaald in de klassiekers en de Tour. Ik lees in krantenverslagen uit die periode dat je een criteriumspecialist genoemd werd. Voelde je dat ook zo? Nee, ik ging helemaal voor de klassiekers. Maar de meeste wedstrijden die ik won waren wel criteriums. Vandaar de naam denk ik. Wat was de reden om te stoppen met de wedstrijdsport? Ik had geen ploeg meer en daarmee viel ook de motivatie weg. Hoe kijk je terug op je actieve wielerloopbaan? Dit had ik nooit willen missen. Wie zijn voor jouw ontwikkeling als wielrenner belangrijke mensen geweest? In de beginjaren Jan van Boxmeer. Daarna Piet van der Kruijs. Op welke manier ben je nog betrokken geweest bij het wielrennen na het stoppen met de actieve wedstrijdsport? Na mijn stoppen ben ik niet meer bij het fietsen betrokken geweest. Ik ben het wielrennen alleen via de krant en tv blijven volgen. Enkele jaren geleden zagen we je toch weer terug in het wielerpeloton. Waarom deze rentree? Ik werd enkele jaren geleden door Joan Bouw gevraagd om iets te gaan doen bij de jeugd van Buitenlust. Dat leek mij wel een leuk idee. Vanaf dat moment ben ik weer meer gaan fietsen. Toen in 2003 de NWB een koers voor mijn deur in Boekel organiseerde heb ik mij direct ingeschreven. Je hebt als NWB-veteraan het Beckers-regelmatigheidsklassement gewonnen. Hoe is je terugkeer in het peloton bevallen? Goed, ik had niet verwacht na 18 jaar nog zo goed mee te kunnen. Is het nu gemakkelijker koersen dan vroeger? Niet makkelijker maar wel meer ontspannen. Niets hoeft nu. Ook als begeleider van de nieuwelingen was je afgelopen jaren actief. Hoe zie jij je rol als begeleider? Ik hoop met mijn ervaring de jongens en meisjes wat wielerwijsheden te kunnen bij brengen. En de jongens en meisjes vertellen dat wielrennen de mooiste sport is die er is. Hoe ziet jouw wielertoekomst eruit? Geen idee. Morgen is er weer een dag. Zit er voldoende talent bij Buitenlust? Jawel, maar alleen talent is niet genoeg. Wat is volgens jou de kracht van Buitenlust? De vrijwilligers. Wat zou je graag veranderd zien binnen de vereniging? Meer professionaliteit. Dat zit er aan te komen met het nieuwe beleidsplan. (Uit: Clubblad Het Verzetje – De trainer binnen de club. Tekst: Rien van Horik)