
DE EERSTE – EDWARD VAN SCHAIJK DE EERSTE FIETS Mijn eerste racefiets was van het Merk Philips, een stalen frame met stalen onderdelen. Super zwaar met dikke chromen wielen met dito banden en zonder uitvalnaven. De uiteinden waren voorzien van vleugelmoeren. Ik had deze fiets nieuw gekregen van mijn ouders, als compensatie na een zwaar schooljaar. Met deze fiets heb ik twee jaar de Brabantse en Limburgse wegen onveilig gemaakt. Daarna simpel omgebouwd tot boodschappenfiets en reeds lang gedumpt op de stort. DE EERSTE SPORT Alvorens te gaan fietsen, heb ik een paar maanden aan voetbal gedaan bij het Helmondse clubje MULO. Aangezien de trainingen steevast op de vrije woensdagmiddag waren moest ik steeds het kinderuurtje op T.V. missen en heb ik mijn ambities als voetballer gelaten voor wat het was. DE EERSTE WEDSTRIJD Mijn eerste wedstrijd weet ik nog heel goed, dit was het clubkampioenschap van Buitenlust. Nadat ik van mijn ouders de fiets had gekregen werd ik lid van Buitenlust en trainde onder de bezielende leiding van jeugdtrainer Tiny Smits. Op een straten parcours in de wijk Vebam in Helmond. Een nieuwe wijk in aanbouw waarvan het stratenplan al was gerealiseerd. Ik mocht van trainer Tiny met de gratie Gods mee doen aan het clubkampioenschap, mits ik in rennerstenue aan het vertrek stond. De trainingen werden in een korte broek en T-shirt en gymschoenen afgewerkt. De familie van Tilburg stelde zolang een broek, shirt en schoentjes ter beschikking en zo kon ik deelnemen aan mijn eerste officiële wedstrijd. Het parcours was gelegen op sportpark de Braak, waar destijds een smalle asfaltstrook rond de sportvelden was aangelegd. Een groep van ongeveer 12 – 15 renners stonden aan het vertrek voor hun wedstrijd. Enkele namen uit die tijd waren Mart van Tilburg, Theo Vriens ( jongere broer van Cor ), Bert-Jan Pelligrino, Wim Rooyakkers ( zoon van Marinus ), Harry Nooyen en Adri Verhuizen. Laatstgenoemde was een sprinter van de bovenste plank en genoot veel aanzien in de regionale wedstrijden die hij stelselmatig won . Tijdens de wedstrijd was het voor mij aanklampen aan de staart van de wedstrijd. Ik kreeg last van buikpijn door de grote inspanning die moest worden geleverd. We reden de laatste rechte lijn op en de snelheid ging nogmaals omhoog, als voorbereiding op de sprint. Er werd nauwlettend naar elkaar gekeken en op alles gereageerd. Ik besefte dat ik op moest schuiven en perste er alles uit , schoof langs de meute en kwam met een fietslengte op kop van de groep te rijden. Niemand reageerde óf kon reageren. Aan dit moment en het bijbehorende gevoel heb ik nog vaak terug gedacht. DE EERSTE OVERWINNING Mijn eerste overwinning was dus het bewuste clubkampioenschap van Buitenlust. Dat was dacht ik in 1968 op 11 jarige leeftijd in de categorie aspiranten. De KNWU en o.a. Buitenlust waren toen nog maar net bezig met de investering in jeugdwedstrijden en jeugdtrainingen. DE EERSTE BLOEMEN De eerste bloemen kreeg ik dus ook in eerder genoemde wedstrijd, tijdens de prijsuitreiking bij Café-zaal Bavaria Bowling van Piet van Gestel aan sportpark “de Braak “ te Helmond. Ook mijn eerste trofee in de vorm van een beker met opschrift. Deze heeft vele jaren staan pronken in huis, maar heeft inmiddels plaats gemaakt voor de vele bekers en prijzen van zonen Sjef en Martijn. ( tijdens de laatste verhuizing hebben ook deze plaats gemaakt, door ruimtegebrek en het hoge stofgehalte ) HET EERSTE SHIRT Na het behalen van de clubtitel mocht ik van mijn ouders bij Rijwielzaak Seijkens, destijds in de Molenstraat, een Buitenlust-shirt gaan kopen, een wollen shirt in rood en wit met opschrift “Buitenlust”. Nu voelde ik mij pas echt een renner, waaauw !!!! DE EERSTE VALPARTIJ Ik heb regelmatig per seizoen schuivers gemaakt maar ben nooit echt hard gevallen. Wanneer ik voor het eerst gevallen ben weet ik niet meer. Wel weet ik mij nog een valpartij te herinneren waarvan ik direct schuld had. Ik was na een korte periode bij Buitenlust uitgeweken naar de “Wilde Bond”. Daar werd al gereden voor prijzengeld en premies. Een overbuurjongen had mij gevraagd en ik kon met hem tegen betaling meerijden naar de wedstrijden. Dat kwam goed uit omdat we thuis geen vervoer hadden. Daar kon ik een aardig zakcentje bij elkaar fietsen en kocht een stel nieuwe tubewielen bij Gramsersport in Eindhoven, volgens mijn Vader een zeer deskundig iemand die zijn strepen in de wedstrijdsport had verdiend. De plaats van de wedstrijd was Ohè en Laak te Limburg, bij het afdraaien van de finishstraat ging wegdek over van asvalt naar klinkers en …..plop, plop, alle twee mijn tubes er af en ik schoof hard onderuit. De renner achter mij kon niet meer uitwijken en reed in volle vaart op mij in, het was zijn eerste wedstrijd op zijn nieuwe fiets en stuikte deze meteen op in zijn val. Zijn ouders wilde mij daarop aansprakelijk stellen, nadat deze constateerde dat er weinig of geen kit was gebruikt en de velgen niet waren opgeruwt voor hechting van lijm en tube. Ik heb de ouders doorverwezen naar de bewuste zaak te Eindhoven, die had deze vakkundig gemonteerd. EERSTE CLUB (bij welke wielerclub heb je je het eerst aangemeld, wanneer was dat ongeveer, waarom bij deze club, waarom ben je bij deze club gebleven als Buitenlust je eerste wielerclub was) Ik heb mij als eerste aangemeld bij Buitenlust, omdat ikzelf in Helmond woon en dit voor de hand lag , dit was dacht ik op 11 jarige leeftijd in 1968 Na een halfjaar uitgeweken naar D.T.S. Deurne Na een inactieve periode tussen 1973 – 1979 keerde ik weer terug bij Buitenlust om na 3 of 4 seizoenen uit te wijken naar T.M.L. waar een trainingsmaatje zich had aangesloten. In 1988 stopte ikzelf met de wedstrijdsport en keerde terug op het oude nest , toen mijn oudste zoon Sjef lid werd en ging fietsen bij de 8 jarige. Spoedig werd ik door Jan van Boxmeer gevraagt om als ass. Jeugdtrainer deel te nemen en tevens zitting te nemen in de jeugdcommisie. Inmiddels ben ik een blijvertje en maak me nu verdienstelijk in verzorging en begeleiding van de renners en hoop dit nog tot in lengte van dagen te kunnen doen al is dit niet meer actief als renner