historie: Paul van Schalen

Paul van Schalen

De drie zonen van oud-renner Leo van Schalen en zijn vrouw Mien hebben het dus niet van een vreemde. “Toch ben ik niet gaan fietsen, omdat mijn vader vroeger koerste”, vertelt de 29-jarige Paul van Schalen, die als eerste van de driebroers begon met koersen. “Ik heb eerst tien jaar gevoetbald bij Bavos en pas daarna ben ik gaan fietsen. lk was toen al negentien jaar en moest dus meteen bij de amateurs beginnen. Het eerste jaar was het nog niet erg serieus. Ik reed weinig wedstrijden en ging nog veel op stap. In het tweede seizoen ging het al stukken beter en toen ben ik de zaken ook pas goed aan gaan pakken. Ik reed toen voor de militaire ploeg, want ik was beroepsmilitair. Ik heb met de militaire ploeg in mijn derde seizoen Olympia’s Tour gereden. Dat was mijn eerste koers, die langer dan een week duurde. Ik bracht er door een blessure niet veel van terecht. In 1996 kwam ik in de Foreldorado-Golff ploeg van Frits Schur terecht en dat jaar won ik negen wedstrijden. Frits leerde me veel en had er geen moeite mee, dat ik altijd erg aanvallend koerste. Daar word je sterker van en op een gegeven moment lukt het ook om te winnen. Ik won dat jaar in zeven weken tijd zeven criteriums.” Vanaf dat moment ging Paul van Schalen met sprongen vooruit en hij behoorde al snel tot de betere amateurs van Nederland. ,,Het was natuurlijk een handicap, dat ik pas op latere leeftijd ben begonnen. Ik moest nog veel leren, terwijl ik eigenlijk al oud genoeg was om prof te worden. In 1997 won ik elf wedstrijden, waaronder de Omloop van Schokland. Bij het Nederlands kampioenschap tijdrijden was ik achter vier profs de eerste amateur.” In 1998 zat Frits Schur zonder sponsor en kon Paul van Schalen bij de Giant-ploeg van Han Vaanhold aan de slag. “Ik heb van Schur geleerd, dat ik kon fietsen en Vaanhold leerde me hoe ik moest fietsen. Hij leerde mij m’n hoofd te gebruiken in de koers. Ik behaalde in dat jaar zestien overwinningen en was klaar om de overstap naar de profs te maken. Die kans heb ik nu van Batavus gekregen, maar ik moet zeggen dat die overstap me toch wel wat is tegengevallen. Maar het gaat gelukkig steeds beter”. (Uit: “Kwartet wielrenners in huize van Schalen. De Trompetter DAS, 2000. Tekst: Wim Amels)