Van heideplaggen tot wielercircuit

Van heideplaggen tot wielercircuit

Helmondse wielerbanen in overvloed

Hans Vogels 

Wie interesse heeft in de geschiedenis van de wielersport in Helmond, zal plannen tegenkomen voor een wielerbaan. Ook de Helmondse sportnota lanceerde ooit een gedachte voor een nieuwe piste. De loffelijke ideeën zijn echter nooit uitgevoerd. In de wandelgangen wordt daar nog steeds met weemoed over gesproken. De stad heeft wel verscheidene wielerbanen gekend. Ze verdwenen allemaal omdat de wegwielrennerij de baansport ruim overvleugelde. De tak van sport heeft perioden gekend dat zij op de weg niet was toegestaan, daarom was een wedstrijdbaan puur noodzakelijk.

Karl von Drais, een Duitse baron, was in de achttiende eeuw de bedenker van de naar hem genoemde draisine, de voorloper van de fiets. Het was oorspronkelijk een houten loopfiets met bovenmatig grote wielen. Hieruit evolueerde de tweewieler met kettingaandrijving, versnellingen en andere moderne snufjes. De rijwielen liepen oorspronkelijk op massieve banden, maar toen de Engelsman John Boyd Dunlop aan het eind van de negentiende eeuw de luchtband uitvond, kreeg de fiets de impuls die hij nodig had om als gebruiksmiddel in de maatschappij door te dringen. Het werd het vervoermiddel van de gewone man.

Het voertuig werd aanvankelijk exclusief gebruikt door vermogende burgers. Deze elitegroep was vaak sportief ingesteld. Zij waren het dan ook die de weg effenden voor de wielersport. Veel lieden verenigden zich in fietsclubs. De nieuwe sport vereiste banen, waarop onder het oog van zoveel mogelijk toeschouwers, wedstrijden verreden konden worden. Voor de nog primitieve rijwielen werden min of meer verharde banen aangelegd. Toen de fiets op het huidige model ging lijken en de trapas zich tussen wielen van gelijke grootte bevond, werden er hardrij- en behendigheidswedstrijden gehouden op heidegrond waarvan de bochten met plaggen waren verhoogd.

Dunlop’s luchtband verhoogde de snelheid aanzienlijk en maakte de wedstrijden gevaarlijker. Niettemin werden rond 1880 de eerste wielerbanen aangelegd. In Nijmegen kwam een baan tot stand met bochten die tot een halve meter opliepen. Aan het begin van de twintigste eeuw waren er verscheidene landelijk pistes met flink opgehoogde bogen. De steden Tilburg en Breda kenden banen waar motoren van gangmakers het geluid van de fietswielen royaal overstemden.

De Wielerbaan aan de Molenstraat gelegen ten oosten van het kerkhof. (Fotograaf onbekend, Collectie RHCe)

Helmondse wielerbanen

In Helmond had Louis Fentener van Vlissingen de fascinatie voor de wielersport opgewekt. In zijn stalling stond een fikse verzameling racefietsen en tandems. Er vormde zich een groep wielerenthousiasten, waartoe ondermeer Bernhard Schulte, Antoon Stevens, Bernhard Bezemer en Bernhard van Lieshout behoorden. Ze reden voornamelijk op de weg of op provisorisch aangelegde banen. Van dit groepje werd Schulte de meest bekende. Tijdens een stage in Luik maakte hij kennis met de hogeschool van de wielersport. Als sprinter versloeg hij vooraanstaande hardrijders en in Parijs behaalde hij een tweede plaats in de internationale sprint.

De eerste wielerbaan die Helmond kende was eigendom van de uit Kerkrade afkomstige Karel Wijnen. In 1904 was hij met een transportabele baan naar Helmond gekomen en had deze opgebouwd aan de Molenstraat, op een terrein tussen het katholieke en protestantse kerkhof. Het circuit werd de spekkistenbaan genoemd omdat hij bestond uit planken van circa één meter lang en 25 centimeter breed. De voortrazende fietsen veroorzaakten niet alleen een enorme herrie, maar ook veel materiële schade. Bij wedstrijden liepen aldoor enkele timmerlieden achter de renners aan om noodzakelijke reparaties te verrichten. De moeder van de bekende Helmondse wielrenner Toon van den Bogaerd, had recht tegenover de baan een café. Het etablissement werd als rennerskwartier gebruikt.

Helmonder Bernhard Schulte (de vader van de latere fotograaf aan de Veestraat), was een befaamd coureur en bovendien een initiatiefrijk zakenman. Rond 1906 begon hij met een onderneming die het best valt te omschrijven als een rennerscircus. Schulte ontwikkelde een mobiele wielerbaan met een lengte van 145 meter, die door aannemer Van de Velden op de hoek van de Aarle-Rixtelseweg en de Julianalaan, in elkaar werd gezet. Met de baan trok hij door heel Nederland. Bij het circus hoorde een vaste groep renners en een horde motorduivels, onder wie de bekende Max en Jan Olieslager. Samen met Jan Rip vormden zij een trio dat met stoomfietsen de baanrenners moest gangmaken.

Behalve die houten baan was er enige jaren later een zandbaan op het Rooseind. Deze lag ter hoogte van de plaats waar tegenwoordig het riviertje de Aa de Deurneseweg kruist. Het was de thuisbasis van de ‘Vroolijke Sportbroeders’. Het parcours stond bekend als de plaats waar het er altijd vrolijk aan toe ging en werd bevolkt door een groep ‘zandhazen’ die van het rijden op zand een specialiteit maakte. De exploitatie van het circuit is een groot succes geweest. Van heinde en verre kwamen renners om hierop hun wedstrijden te rijden.

Achter de molen van mulder Sevens aan de Mierloseweg, werd de vierde Helmondse baan met een lengte van 155 meter gebouwd. Het was de zogenaamde ‘superbe’ van Piet Roxs, die aan diezelfde straat een fietsenhandel dreef waarin zijn vrouw de fietsenmaker speelde. Piet was timmermansknecht en bezeten van de wielerromantiek die na de zeepkistenbaan van Karel Wijnen was ontstaan. Hij bewees zijn bekwaamheid als houtbewerker door het rijvlak van de baan met dwarslatten te bezetten. Dat hij zijn velodroom achter de molen van Sevens bouwde was niet geheel toevallig, omdat de zonen van de molenaar bevlogen wielrenners waren. In 1915 werd de baan afgebroken en naar Heerlen overgebracht.

Wielerbaan ‘De Superbe’ van Piet Rox aan de Mierloseweg achter de molen van mulder Sevens. (Fotograaf onbekend Collectie RHCe)

Het duurde tot 1926 voordat Helmond weer een nieuwe wielerbaan kreeg. In dat jaar bouwden de heren Kersten, Verbeek en Klomp aan de Mierloseweg, op de grens met ’t Hout, een houten baan die de beste van de stad zou worden. De piste lag ter hoogte van de huidige Itterestraat, op een terrein dat nu behoort bij Houthandel Raaymakers, schuin achter het toenmalige café Verhorevoort. Het circuit werd officieel geopend met een eerste ronde van Toon van den Bogaerd.

Toon van den Bogaerd (met alpino) op de wielerbaan aan de Mierloseweg.
Links zijn zoontje, tweede van links verzorger Van Melis.
(Fotograaf onbekend Collectie RHCe)

Op deze superbaan hebben alle kopstukken van ons land en ook veel buitenlandse cracks gefietst. De erelijst telde klinkende namen zoals Moeskops, de Pijn, Bras en Klaas van Nek. Het rijvlak van 200 meter bestond uit in de lengterichting liggende latten en brede bochten. Het was het beste en snelste parcours dat Helmond ooit kende. Bij wedstrijden waren meestal omstreeks 3000 toeschouwers aanwezig. Helaas lag de onderbouw op een zachte beemdgrond waardoor de houten fundering snel ging rotten. Het circuit vroeg om kostbaar onderhoud. De latere exploitant Hannes de Greef, heeft nog getracht die kosten te drukken door het rijvlak met cement te bestrijken. De baan was geen lang leven toebedeeld. Helaas moest hij in de crisisjaren verdwijnen.

Enkele jaren later werd een wielerpiste node gemist. Door de recessie raakten veel mensen zonder werk. Een aantal werklozen kwam in het geweer om een nieuwe baan aan te leggen. Dorus van Stiphout, de kastelein van café Buitenlust aan de Bakelsedijk, was hiertoe de initiatiefnemer. Ter hoogte van het tegenwoordige sportpark De Braak, had hij een geschikt terrein ter beschikking. Hierop werd een 250 meter lange zandbaan met verhoogde bochten aangelegd. Toen Toon van den Bogaerd in 1933 de exploitatie van de baan overnam, liet hij er een riante tribune bijbouwen. Ten laatste kwam de baan in bezit van Toerclub Buitenlust, de club die was vernoemd naar het gelijknamige café. Men is nog ernstig van plan geweest om de baan met cement te verharden, maar door de ontwikkeling van het gemeentelijk waterleidingbedrijf ter plaatse, werd dat idee gestuit.

Opening van de wielerbaan van Buitenlust in 1935, door consul wielerbond Janus van der Horst. (Fotograaf onbekend Collectie RHCe)

Naoorlogse jaren

Vanwege de schrijnende armoede tijdens de oorlogsjaren, verdween de fascinatie voor de wielersport. De banen werden gesloopt voor de winning van brandhout. Dat was niet alleen in Helmond het geval, maar een landelijke tendens. De belangstelling voor de wielersport, met name voor de baan baanraces, liep snel terug. Op het voormalige Hatema terrein, het tegenwoordige ontwikkelingsgebied van Suytkade, werd nog wel een sintelbaantje ingericht. Het lag rond het speelveld van de in 1945 opgerichte voetbalvereniging Geel-Bruin. In 1947 werd die club weer ontbonden en daarmee verdween tevens het wielerbaantje. Op het circuit, vervaardigd van steenkoolresten, werden regelmatig wielerwedstrijden gehouden met bekende coureurs zoals Wim Dielissen, Sjeng Timmermans en Marinus van Hout.

Van links naar rechts: Sjeng Timmermans, Wim Dielissen, Marinus van Hout en verzorger Jan van de Biggelaar tijdens de ronde van Helmond.
(Fotograaf onbekend)

Ren- en Toeristenclub Buitenlust kon enkel nog gebruik maken van een sintelbaantje dat haastig rond het Kolpingveld was aangelegd en als wielerbaan diende. De vereniging heeft daarna altijd geambieerd een parcours te bezitten, waarop vooral de jeugd veilig kon trainen en waarop wedstrijden gereden konden worden. Bij het vijftigjarig jubileum is er inderdaad een baan gekomen. Aan de Rijpelbergseweg werd, met medewerking van de gemeente Helmond, een bitumen renbaan gebouwd. Het parcours is 402 meter lang, 12 meter breed en heeft sterk verhoogde bochten. Nog steeds worden er, onder auspiciën van de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie, wedstrijden verreden.

De bitumen wielerbaan die bij het vijftigjarig jubileum van Toerclub Buitenlust werd aangelegd, is nog steeds in gebruik. (Foto Google Earth)

Ooit zijn er serieuze voornemens geweest om op Binderen een wielerbaan te realiseren. Het project werd uitvoerig in kranten beschreven en veel betrokken instanties en particulieren steunden het loyaal. Het is er echter nooit van gekomen, de realisatie bleek te kostbaar.

Maquette van de wielerpiste die in de zestiger jaren
nabij het HVV-terrein aangelegd zou worden.
(Foto RTC Buitenlust)

Eind jaren ’60 werd de aanleg van een baan achter het terrein van voetbalvereniging HVV op Houtsdonk voorgesteld. Het zou een houten baan worden met een lengte van 166 meter. Ter financiering werden 250 obligaties á 100 gulden aangeboden. Helaas was er weinig belangstelling en kon men de geldmiddelen niet vergaren. Zo werd het laatste plan om tot een nieuwe wielerbaan te komen een desillusie.

Bronnen:
– Diverse artikelen gepubliceerd in de Helmondse Courant en het Helmonds Dagblad.
– 1934-1984 50 jaar RTC Buitenlust.
– Huisarchief Peter van Rooij.
– Huisarchief Marinus van Hout.
Wikipedia de vrije encyclopedie.